#global.skipToContent# #global.skipToSearch# #global.skipToNav#

Manoeuvreerlichten

Manoeuvreerlichten op de vrachtwagen – toegestaan?

Manoeuvreerlichten en werklampen – het verschil

Om de verschillen kort en praktijkgericht te houden: een werklamp mag in de openbare verkeersruimte tijdens het rangeren niet worden gebruikt, omdat het voertuig ook tijdens het rangeren niet stilstaat en werklampen alleen in stilstand mogen worden gebruikt.

Buiten de openbare verkeersruimte mogen werklampen in principe voor rangeren worden gebruikt; vanwege het verblindingsgevaar en mogelijke aansprakelijkheidsrisico’s — aangezien de te verwachten verblinding onder omstandigheden als nalatig kan worden beschouwd — verdient het echter ook hier de voorkeur om manoeuvreerlichten te gebruiken die conform de StVZO zijn gemonteerd.

Uitzondering hierop zijn uitsluitend voertuigen voor wegonderhoud en afvalinzameling, voor zover de rangeermanoeuvre in het kader van de werkzaamheden plaatsvindt. Rangeren buiten dergelijke werkzaamheden mag ook bij deze voertuigen niet met werklampen plaatsvinden.

Waarom zijn manoeuvreerlichten op vrachtwagens toegestaan?

Vrachtwagens met een toegestane maximummassa van 3,5 t of meer vormen een verhoogd risico in het wegverkeer. Om de bestuurder bij het manoeuvreren beter zicht te geven en daarmee een veilige rijstijl te bevorderen, zijn extra manoeuvreerlichten toegestaan.

Hoeveel manoeuvreerlichten zijn op een vrachtwagen toegestaan?

Eén manoeuvreerlicht per zijde.

Hoe fel mogen grootlichten op vrachtwagens zijn?

De manoeuvreerlichten moeten typegoedgekeurd zijn volgens ECE-R23. Dit staat tot 300 cd op het horizontale vlak toe.

Montageplaats en montagevoorwaarden

In principe is de wetgever bij de montage van extra achteruitrijlichten ook bij zijmontage vrij ruim: zo is met betrekking tot de montageplaats alleen voorgeschreven dat per voertuigzijde slechts één achteruitrijlicht, aanvullend op de achteraan gemonteerde, mag worden aangebracht. Waar dit manoeuvreerlicht precies wordt gemonteerd, is wat de montageplaats betreft volledig vrij.

Het verlichte gebied zelf is eveneens grotendeels vrij te kiezen, mits aan de volgende voorwaarde wordt voldaan. De enige voorwaarde met betrekking tot de exacte montage is namelijk dat de schijnwerper zo moet worden uitgericht dat een waarnemer op 10 meter afstand niet kan worden verblind wanneer diens ogen zich tussen 1 en 3 meter boven het wegdek bevinden. Daartoe heeft de wetgever bepaald dat de lichtuittredingsoppervlakken vanuit deze posities niet zichtbaar mogen zijn.

Nu gratis meebestellen!